Ga naar de inhoud

Waarom ik adviesraden (niet) belangrijk vind

De 4 weken challenge ‘uit m’n comfortzone in lockdowntijd’ zitten er op en ik kan zeggen, dat het bloggen goed bevallen is.

Wat kreeg ik leuke reacties en inhoudelijke vragen. Soms zat er ook een persoonlijke vraag tussen die samen te vatten is in deze zin: waarom vind jij die adviesraden zo belangrijk Anne-Wil?

Mijn antwoord was gekscherend… die vind ik niet zo erg belangrijk. (en nee nu niet massaal wegklikken als lid van een adviesraad ?.)

Ik zal het hieronder uitleggen.

Zo’n 20 jaar geleden liep ik mijn eerste stage in een verzorgingshuis op een afdeling voor mensen met dementie. Ik maakte kennis met Jan.  Hij had een bijzondere vorm van dementie en was op veel vlakken nog enorm helder. Elke dag rond 10 uur dronk hij met andere bewoners van de afdeling koffie in de gezamenlijke huiskamer en deden we een activiteit.

Maar op een ochtend zaten er 3 mannen in pak aan de ‘hoge tafel’ in de huiskamer. Druk in gesprek, over diverse bouwtekeningen. Het had meteen de aandacht van Jan. Hij keek naar de tekeningen en begon allerlei vragen te stellen.

Eén van de mannen in het pak vond het zichtbaar irritant en er ontstond wat onrust bij Jan. Ik kwam er daarom even bijstaan en vroeg aan Jan wat er was want zo kende ik hem niet. De man in het pak stelde zich voor als de architect. Het bestaande gebouw was volgens hem sterk verouderd en aan vernieuwing toe. Hoewel ik grote bewondering heb voor mensen die mooie gebouwen ontwerpen had ik voor deze architect wat minder bewondering.

Hij keek minachtend naar Jan en ook naar mij. Jan stelde allerlei kritische vragen. Dat had ik inmiddels wel begrepen. Jan vroeg dingen als… maar als je dit bouwt en er komt brand, dan is de gang niet breed genoeg om elkaar voorbij te kunnen als je mensen in een bed verplaatst. Hoe krijg je mensen naar buiten? De vluchtdeur naar buiten is niet breed genoeg, daar kom je met een rolstoel van 85 cm niet doorheen. De man in het pak begon zich steeds meer te irriteren en deed de meeste dingen af als ‘niet passend bij het ontwerp’, en ‘u heeft er niet voor geleerd.’ Jan begon zich steeds verder op te winden en ook andere bewoners begonnen onrustig te worden. Om de rust in de woonkamer weer terug te brengen moest Jan uit de woonkamer. Wat ik op zich wel gek vond want het was zijn huiskamer, en niet die van de man in het pak maar dat even terzijde.

Jan liet me als één van de eersten zien dat ‘de cliënt’ niet altijd zo centraal staat als dat ik in mijn naïviteit dacht. Er volgenden meer stages en school was klaar. Ik kon blijven werken op mijn stageplek.  Dit keer een plek voor mensen met een verstandelijke beperking. Toen ik daar een tijdje werkte kwam er een nieuwe regel die me opnieuw verbaasde.

We mochten de cliënten niet vaker dan één keer per dag verschonen. Ik had geen idee wie de regel had bedacht maar ik kon me niet voorstellen dat deze persoon ooit iemand als Marcel had ontmoet. Een grote vriendelijke man die niet kon praten, lopen en zelfstandig kon eten. Wel kon hij anderen blij maken met z’n grote glimlach. Eén keer per dag een schone luier was echt niet voldoende. (Ik zal je de details besparen).

Als starter in de zorg en hulpverlening had ik geen idee hoe ik zeggenschap kon uitoefenen en om me heen hoorde ik dat het toch geen zin had om tegen ‘de grote baas’ in te gaan. Ik had geen idee wat ik eraan kon doen maar wist wel dát ik er wat aan wilde doen. Dus ik dook opnieuw de schoolbanken in. Dit keer HBO. Er volgende een nieuwe stage en ik kon blijven werken bij de plek waar ik stage liep. Dit keer bij ‘multi probleem gezinnen’ zoals het werd genoemd. Ik was meestal één van de tig hulpverleners en ik verbaasde me keer op keer hoe geld werd uitgegeven. Er werd veel gepraat, de inzet leek goed maar het systeem leek niet passend. Veel professionals met hart voor de cliënt waren zichtbaar gefrustreerd. De cliënten waren vaak ten einde raad. Er werd best veel geld ingezet (Die 20 professionals bij elkaar kosten best veel geld.) Dus aan de ene kant leek het niet op te kunnen maar aan de andere kant… waar het terecht kwam, dat wist soms niemand. Grote bedragen met soms zeer weinig impact. Het beleid en de praktijk leken vaak mijlen ver uit elkaar te liggen.

Noem me idealistisch of een dromer maar ik wil heel graag bijdragen aan de verbinding tussen beleid en praktijk.

En volgens mij kunnen adviesraden (maar ook cliëntenraden en gemeenten en organisaties zelf) daarin een mooie rol spelen. Zij kunnen de stem van inwoners vertegenwoordigen die zelf geen of weinig stem hebben. Zij kunnen inwoners die zelf wel een stem hebben krachtiger maken. Zij zijn een goede verbinding tussen gemeenten en inwoners. Op positief kritische wijze kunnen zij een geweldige bijdrage leveren. Dat is de reden waarom ik adviesraden (en cliëntenraden, gemeenten, organisaties e.d.) graag ondersteun.

Niet als doel op zich maar als middel zodat inwoners (cliënten) zich meer gehoord voelen en praktijk en beleid beter op elkaar aansluit. Daarom vind ik adviesraden (cliëntenraden) zo belangrijk!

Ik weet dat ik niet de hele wereld kan verbeteren maar als ik de wereld kan verbeteren voor één persoon… dan is dat een goede eerste stap.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *